Juridische Aspecten van Verjaringstermijn en Correctie van Huurbedrag
Verjaringstermijn in het Nederlands Huurrecht
In het Nederlandse huurrecht zijn er verschillende verjaringstermijnen afhankelijk van de aard van de vordering. Over het algemeen geldt voor contractuele vorderingen een verjaringstermijn van vijf jaar, conform artikel 3:307 van het Burgerlijk Wetboek. Dit betekent dat de verhuurder in beginsel tot vijf jaar na de gebeurtenis een vordering kan instellen.
Valse Informatie bij Huurverlaging
Als een huurder valse informatie heeft verstrekt om een huurverlaging te verkrijgen, kan dit mogelijk worden aangemerkt als bedrog of onrechtmatige daad. In dergelijke gevallen kan het recht om een vordering in te stellen een verjaringstermijn van vijf jaar hebben vanaf het moment dat de verhuurder op de hoogte is geraakt van de valse informatie. Dit is geregeld in artikel 3:309 van het Burgerlijk Wetboek.
Mogelijkheden voor de Verhuurder
In dit specifieke geval, aangezien de huurverlaging twee jaar geleden heeft plaatsgevonden, bevindt de verhuurder zich nog binnen de algemene verjaringstermijn van vijf jaar, mits hij kan aantonen dat de valse informatie recent is ontdekt.