Belangrijke Bewijzen voor Woonstad bij Verdenking van Niet-Bewoning door Huurder
Wanneer een woningcorporatie zoals Woonstad signalen ontvangt dat een huurder mogelijk niet in de gehuurde woning verblijft, is het van belang om voldoende bewijs te verzamelen alvorens verdere stappen te ondernemen. De volgende bewijzen kunnen cruciaal zijn in een dergelijk scenario:
1. Observaties van Buren
Gedetailleerde verklaringen van buren over de waargenomen afwezigheid van de huurder.
Frequentie en duur van de afwezigheid zoals gerapporteerd door buren.
2. Controle van Nutsvoorzieningen
Analyse van het verbruik van water, gas, en elektriciteit om te bepalen of dit consistent is met bewoning.
Afwijkende patronen in nutsvoorzieningen die wijzen op langdurige afwezigheid.
3. Postbezorging
Ophoping van post bij de woning kan duiden op afwezigheid.
Eventuele retouren van post als onbestelbaar.
4. Inspecties door Woonstad
Resultaten van eventuele huisbezoeken of inspecties door medewerkers van Woonstad.
Fotodocumentatie of schriftelijke verslagen van deze inspecties.
5. Contact met de Huurder
Communicatiepogingen (bijv. brieven, e-mails) en de respons daarop van de huurder.
Verklaringen van de huurder over hun verblijf elders, indien van toepassing.
6. Administratieve Gegevens
Controle van inschrijving in de basisregistratie personen (BRP) om te zien of de huurder elders staat ingeschreven.
Eventuele registratie van de woning als leegstaand of te koop aangeboden.
Het verzamelen van deze bewijzen kan Woonstad helpen om te bepalen of er sprake is van contractbreuk door de huurder, zoals het verhuren van de woning aan derden zonder toestemming of langdurige afwezigheid zonder kennisgeving. Dit kan vervolgens juridische stappen rechtvaardigen, zoals het starten van een procedure om de huurovereenkomst te beëindigen.